De hartsoetra – omtrekkende bewegingen
Wat gebeurt er als we al onze menselijke conceptuele constructies, als we al onze verklaringen en veronderstellingen die ons bewustzijn structureren, ons helpen oriënteren en ons definiëren als centrum van identiteit, ontmantelen? Dit ontmantelen niet in abstracte zin, maar op het niveau van onmiddellijke ervaring. Wat zou er van ons overblijven? Wat zouden we ontdekken over onszelf?
[…]
Deze ontmanteling is het avontuur van het Ch’an (Japans: zen) boeddhisme zoals oorspronkelijk beoefend in China. Haar belangrijkste openbaring is de ‘oorspronkelijke natuur’ die overblijft na de deconstructie. Dit wakker worden dat de Ch’an nastreefde en cultiveerde was de ‘oorspronkelijke natuur te zien’ (Japans: kensho).
(Uit China Root van David Hinton)
September 21, 2021
Teisho: De hartsoetra – Omtrekkende bewegingen
Dit bovenstaande fragment komt uit een geweldige studie van David Hinton naar de oorspronkelijke teksten van het Ch’an of zenboeddhisme. Omdat hij klassiek Chinees kan lezen, en wellicht omdat hij van origine vertaler is, geeft hij nieuwe betekenissen aan ‘zen jargon’. Zo noemt hij sunyata of leegte aan de hand van het karakter, lucht (sky). En dit geeft nieuwe zuurstof aan een woord dat ondanks de intentie het niets uit te drukken toch weer iets geworden is. Lucht is niet niets: we zien het als blauw of grijs, we ademen de lucht in, lucht omvat ons, wij bevatten lucht, lucht is onderdeel van al het bestaande. Kortom, lucht is zeker wel en geen leegte, lucht drukt precies uit wat de hartsoetra benadrukt. Wat zou er van ons worden, als we elk moment onmiddellijk ervaren?
Deze teisho ga ik iets doen wat door veel zenleraren sterk afgeraden wordt. Ik toon jullie de boeddhistische inhoud van de hartsoetra, als jullie beloven deze inhoud aan het einde van de teisho te voorzien van het woord geen. Net zoals in de hartsoetra gedaan wordt: alle inhoud wordt opgesomd, en vervolgens voorzien van het woord geen. Een oor is een oor, een oor is geen oor, een oor is voorbij een oor en geen oor. Dat is de logica van de hartsoetra.
Zijn jullie daar nog? Daar gaan we. De hartsoetra is in eerste instantie boeddhisme in een notendop; een samenvatting. Er bestaat een langere versie van de hartsoetra die wij reciteren. Sowieso is de hartsoetra de ultieme samenvatting van de Prajnaparamita soetra, een tekst ongeveer 650 na Christus in het Chinees vertaald en met naar verluid 40.000 karakters. Hsuan-tsang wordt genoemd als de jonge monnik die van China naar India en weer terug reist en de hartsoetra meeneemt. Begin 20ste eeuw wordt deze tekst, met honderden andere boeddhistische teksten, maar ook zoroastische en taoïstische teksten gevonden in een grot in Noord West China. De oorspronkelijke auteur is onbekend, de vertaling die wij gebruiken stamt nog steeds van de vertaling door Hsuan-tsang. Natuurlijk zijn er in de loop van de afgelopen millennia verschillende vertalingen en nuances ontstaan.
De langere versie begint met de verlichting van de boeddha. Shariputra, leerling van de boeddha, vraagt aan Avalokitesvara, bodhisattva (letterlijk: verlicht wezen) van mededogen, hoe je prajna verwerft. Onze hartsoetra is het antwoord van Avalokitesvara op deze vraag. Avalokitesvara betekent hij of zij die de geluiden van het lijden in de wereld hoort. Hij werd in China een zij, Quan Yin, die dus ons aller gekerm, rouw en pijn hoort. En bij ons is, en die niets liever wil dat dan wij onszelf bevrijden. En daarbij helpt. Vandaar denk ik dat zij de hoofdrol speelt in de hartsoetra en wij juist deze soetra elke week reciteren.
Toen Avalokitesvara via diepe beoefening van Prajnaparamita, meditatie, ontdekt had dat ook de vijf skandha’s leeg waren, stapte zij in de stroom van wijsheid voorbij alle wijsheid. Toen zij ontdekte dat al het bestaande geen eigenstandig zelf/kern/bestaan heeft, zag zij dat vorm leegte en leegte vorm is. Vijf skandha’s zijn de vijf elementen waaruit alles wat bestaat opgebouwd is: vorm, sensaties, gewaarwordingen, geheugen en bewustzijn. Omdat niets onafhankelijk bestaat, is alles veranderlijk, is alles vergankelijk en is al het bestaande onderling verbonden.
Dit geldt ook voor gevoelens, gewaarwordingen, drijfveren en bewustzijn, vervolgt de soetra. Alles wat bestaat is niet geboren, niet ongeboren, niet zuiver, niet onzuiver, niet volmaakt, noch onvolmaakt. Ik ben geboren, maar omdat ik ben opgebouwd uit ontelbare elementen, besta ik uit ongeboren elementen. Ik ben dus ook ongeboren. En zo met alles wat bestaat. Alle onderscheid slaat de plank mis. Ben ik zuiver of onzuiver. De hartsoetra benadrukt: noch zuiver, noch onzuiver. Voorbij zuiver en niet zuiver dus: Valt niets over te zeggen, is alleen te ervaren.
De werkelijkheid is leeg en uit deze ongeboren leegte worden de dingen geboren. En na te zijn vergaan, worden zij weer onderdeel van de leegte. En terwijl ze bestonden zijn ze ook altijd leegte gebleven. Daarom is er geen oog, oor, neus, tong, lichaam geest. En dan ook geen producten van deze zintuigen. En dan ook geen objecten. En nu is de grote ontkenning ontketend. Het hart van de boeddhistische filosofie en psychologie wordt genoemd en tegelijk ontkend.
De 12 factoren van afhankelijk ontstaan, pratitya-samutpada, beschrijven de keten van oorzaak en gevolg. Intuïtief zit dit onderricht van de boeddha goed in elkaar. Wat is de oorsprong van lijden? Ouderdom en dood, was het antwoord van de boeddha. De boeddha ging verder. Wat is de oorspong van ouderdom en dood? Geboorte, was zijn antwoord. En zo verder. Via bestaan, gehechtheid, dorst, sensatie, contact, verblijfplaats, naam en vorm, bewustzijn, geheugen en onwetendheid. Allemaal leeg volgens de auteur van de hartsoetra. Net zoals de vier edele waarheden. En zo ook met inzicht en het bereiken van inzicht. Allemaal leeg. Nog een toevoeging is steeds op zijn plaats. Je ontvangt een inzicht, dat is goed mogelijk. Vervolgens leg je het inzicht naast je neer, want leeg. In de systematiek van de hartsoetra is er sprake noch inzicht, noch geen inzicht. Er is sprake van inzicht voorbij alle inzicht. Een inzicht wordt na ervaring een constructie..
Dit bereiken en geen niet bereiken betekent precies daar zijn waar je bent. Niet vooruitlopen op de zaak, niet terugkijken op voorbije zaken. Zonder bereiken, zonder inzicht, zonder bewustzijn zijn bij wat er nu gaande is, is wat alle boeddha’s van alle tijden getoond hebben. Boeddha’s nemen toevlucht tot de Prajnaparamita, tot de stroom. Boeddha’s leven zonder geestelijke muren, en zonder geestelijke muren zijn zij niet bang, doorzien zij illusies en bereiken zij zo nirwana. De beoefening begint met het voornemen te bereiken, dan is er inzicht in de noodzaak van niet-bereiken en tenslotte is er het bereiken van nirwana.
De komende weken bespreken we een aantal zinnen uit de hartsoetra die jullie hebben uitgekozen. Herinner je steeds dat steeds opnieuw reciteren de sleutel is. Dan is er de ervaring van de stroom van wijsheid voorbij alle wijsheid. Voor het hele bestaan, en dus ook voor de hartsoetra, geldt wat Nico voor de transmissie op mijn rakusu schreef: ONBESCHRIJFELIJK ONGRIJPBAAR.
Alleen te ervaren…
Martin Myoki Pol