Wonen in de buik: Hara

Van het begin tot het einde van zijn leven maakt de mens zich zorgen om zijn bestaan in de wereld. Hij wil zichzelf handhaven en beschermen en is daarom op steun en veiligheid bedacht. Hij moet zich laten gelden of verdedigen.

[…]

De mens die over hara beschikt, staat rechtop in het leven. Hij valt, in letterlijke en figuurlijke zin, niet gemakkelijk om en komt wanneer hij een stoot krijgt die hem uit zijn evenwicht brengt makkelijker in zijn midden terug. 

(Karlfried Von Durkheim – hara, het dragende midden van de mens)

March 17, 2020

Teisho: Wonen in de buik: Hara

Zazen gaan beoefenen om onrust te bestrijden is vermoedelijk niet de weg. Tegelijkertijd doet een niet aflatende beoefening van zazen wel iets in onze toestand. Zazen beoefenen gaat immers over het vertrouwd raken met wat er in mij is, in zoals het is. Vertrouwd raken met hoe mijn lichaam voelt, met mijn hartslag, met mijn gedachtestroom, met mijn wil, mijn verlangen en met mijn onrust. De ervaring, op een gegeven moment tijdens de zazen, dat ik echt kon zijn met het was. Er was een moment dat ik mijn gedachten kon laten gaan, er was geen censor. Geen verzet, geen bijgedachten, zat ik ontspannen met hoe het was. Rustig zitten te midden van de alomtegenwoordige onrust. Ik realiseerde me op dat moment dat onrust en rust alleen als concepten bestaan.

Ongeveer in dezelfde periode hoorde ik voor het eerst over het woord hara. Hara betekent buik in het Japans, maar het gaat verder dan dat. Hara verwijst ook naar de oorsprong, naar voor het denken en voor de taal. Volgens de Japanse traditie is aandacht en concentratie niet gelokaliseerd in het hoofd, maar in de hara. Karlfried von Durkheim schreef er een boek over, hara, het dragende midden van de mens, getiteld. Tijdens een verblijf in Japan, gedurende de Tweede Wereldoorlog, leerde hij de omgang van Japanners met hara. Hij ontdekte dat iedereen in Japan bekend is met de fysieke kant van aandacht, en met het idee dat met name het lichaam ons verbind met het grotere-dan-wij, met het mysterie van ons bestaan. Voordat Nico Tydeman naar de VS trok om daar zazen te gaan beoefenen, leerde hij van Durkheim mediteren. Deze gaf de buik een centrale plaats in hoe te mediteren. En Nico benadrukte dat op zijn beurt ook weer. Het is voor mij een van de belangrijkste inzichten in de beoefening gebleven.

Onze geest is als een schilder die voortdurend, zonder onderbreking, de werkelijkheid schildert op een canvas doek (Lotus soetra). In dit verband beschouw ik de buik, dat deel diep onder de navel, als een berg, een boom of een kat liggend in de vensterbank. In de buik schuilt een dragende kracht waar we ons meestal niet bewust van zijn. Als je je buik volgt, zul je opmerken dat je je buikspieren spant als je iets optilt. Ook zul je dan merken dat je je buik ligt aanspant wanneer je met een rechte rug wilt zitten.

Zonder de mythische proporties van de buik te hoeven erkennen, zoals in legenden over martial arts helden, kun je wel zeggen dat de buik ons draagt, dat de buik ons verbindt met het leven zoals het is. Onze navel herinnert ons aan de verbinding met onze moeder. Onze buik en gebied onder, achter en rond de navel zijn ook verbonden aan de adem. De adem en de buik spelen een belangrijke rol in hara hebben.

Om het menselijk lichaam in de goede houding te krijgen, moet men beginnen het onderlichaam te vullen met de kracht van het hele lichaam. De koshi met kracht vullen, wil zeggen: tegelijk ook de buikspieren een beetje spannen. Wanneer men de buikspieren op de juiste wijze iets intrekt, neemt men als kernpunt van deze spanning een concentratiepunt onder de navel waar. Dit concentratiepunt heet van oudsher kikai tandem. De kunst van deze tanden discipline (rentan), om alle krachten die zich vastzetten in de verschillende delen los te laten en de krachten van het hele lichaam gezamenlijk en in het bijzonder in de tanden te concentreren. 

(Sato Tsuji, de leer van het lijf – uit Von Durkheim, hara)

Deze houding te oefenen, de adem dichtbij de ervaring van nu te houden, je telkens te herinneren dat je een lichte spanning opbouwt in je buik, is de implicatie van het citaat hierboven. Dit is wat Harada bedoelde toen hij tegen pater Lassale zei: natuurlijk kun jij als christen verlichting realiseren, je hebt toch een lichaam.

Gelukkig hebben we allen een lichaam, dat niet schildert maar dat handelt. Het lichaam heeft ons denken niet vaak nodig. Ademen, het verteren van eten, het herstel van cellen, horen en zien, het slapen zelf, lopen, fietsen: het lichaam handelt, niet ik.

We hebben onze buik altijd bij ons, en onze adem verlaat ons slechts een keer in ons leven. Dichtbij onze buik en adem te leven, deze in ons zicht te houden, is wat mij betreft wonen in de buik.

Martin Myoki Pol