Verlichting ter gelegenheid van Bodhi-dag
Sterf terwijl je leeft,
Wees helemaal dood!
Doe dan
Wat je wilt.
En alles is in orde.
(Bunan, leraar van de leraar van Hakuin)
September 8, 2020
Teisho: Verlichting ter gelegenheid van Bodhi-dag
Deze week zitten we in de opmaat van de viering van de verlichting van de boeddha. Deze dag wordt ook wel Bodhi-dag genoemd. Dit is een verwijzing naar de vijgenboom waaronder de boeddha, in meditatie zittend, ontwaakte. De vijgenboom is de Bodhi boom gaan heten, ofwel de boom van ontwaken. In de Japanse zentraditie wordt Bodhi-dag rohatsu genoemd, wat de 8ste dag van de 12de maand betekent. In de periode voor rohatsu wordt een sesshin georganiseerd, en net als in Zentrum dit jaar wordt de verlichting van de boeddha aangegrepen om intensiever te zitten.
Wat is verlichting? In het Indiase boeddhisme wordt dit nirwana genoemd, ofwel uitdoven. Dit klinkt mij niet prettig in de oren. Wie wil er nu uitdoven? Ontwaken wordt ook als vertaling gebruikt voor verlichting. Ontwaken uit onze gebruikelijke slaaptoestand waarin wij bevangen zijn en dromen. Bevrijding wordt ook gebruikt om verlichting aan te duiden. Bevrijd van wat? Kortom, in het boeddhisme is geen woord te vinden wat meer verwarring heeft gegeven dan het woord verlichting. We zouden allen graag een verlicht bestaan willen leiden, maar als we leven in de beelden van verlichting, raken we nooit verlicht. Verlichting kan een enorme hindernis vormen op het spirituele pad.
Ook in de zenliteratuur wemelt het van de heroïsche verlichtingsverhalen. Vingers en armen worden afgesneden, er wordt geslagen en zoals in het citaat hierboven doet vermoeden wordt er ook gestorven. Kensho en satori zijn de Japanse woorden voor verlichtingservaringen. Een andere aanduiding voor kensho – de ware natuur zien – en satori is de grote dood. Ook in de Japanse zentraditie wordt rondom verlichting stoere taal gebezigd. Het gedicht heeft deze toon evenzeer. Dit maakt dat je kunt denken: niet voor mij weggelegd.
Maar wie of wat sterft terwijl je leeft? Wat heeft dat met verlichting te maken? Eerst een beschrijving van onze levenshouding: we zijn druk woorden te geven aan wat we meemaken, via concepten en constructies geven we vorm aan de werkelijkheid. Onze geest, zo omschrijft boeddha in de Lotussoetra, schildert de werkelijkheid. In plaats van de werkelijkheid te beleven, beschouwen we het leven als een reeks problemen die moeten worden opgelost (Kierkegaard). We leven in onze ideeën over hoe de dingen zijn.
En dan gaan we aan zazen doen, om welke reden dan ook. Ook in de zenbeoefening spelen beelden, verwachtingen, resultaten, nut en doelstellingen een belangrijke rol. En dit is niet vreemd, noch verkeerd, omdat we er anders nooit aan waren begonnen.
Op een gegeven moment moeten we alle beelden en concepten over zazen toch laten voor wat ze zijn. We moeten ze allemaal vergeten. Vergeten is een wezenlijk onderdeel van de beoefening. Vergeten waarom je zazen bent gaan doen, vergeten dat je weet hoe je zazen beoefent, vergeten wat zen en zazen is. Zazen is zitten in aandacht voor wat is en vergeten dat je zit. Vergeten wil ook zeggen, niet weten dat je zit, maar ook niet weten waarom of waarvoor je zit. Er zit een gewoon mens, of misschien alleen dit, op het kussen, zonder verleden en toekomst. Er is adem, er zijn gedachten, er zijn gevoelens, er is gewaarzijn, er zijn geluiden, er is een pijntje ergens: er is alleen-maar-zitten. De Japanse term voor alleen-maar-zitten is shikantaza. Shikantaza is zelfvergeten zitten. In shikantaza zet ik niets aan het werk, ik neem mij niets voor, ik zoek niet. Ik laat de geest doen wat hij kennelijk wil doen (N. Tydeman). Of zoals Suzuki het verwoordde: geef de schapen alle ruimte die zij willen. Alles is welkom, niets wordt buiten gehouden. Er is dan ook geen weerstand, er is geen bereiken en geen niet-bereiken. Het is actief passief zijn.
Zo is shikantaza vergeleken met sterven. Door alles welkom te heten, de denkende, voelende, twijfelende, gelukkige, verdrietige geest niets in de weg te leggen, doe IK niets. Het zit, niet ik. Dit is sterven terwijl je leeft. En dan ook is alles in orde, omdat je vrij bent te doen wat je wilt. Dit houdt ook in dat je ziek wilt zijn als je ziek bent, dat je lijden verwelkomt ook al zat je daar niet op te wachten. En ook verwelkom je vreugde, terwijl je dacht dat dit verdacht was.
En zo, en daar wilde ik ook naartoe, is verlichting een alledaagse bezigheid. Sterven terwijl je leeft gebeurt daar waar je doet wat je moet doen. Je eet als je trek hebt, zegt iets liefs tegen iemand als je dit opkomt, slaapt als je moe bent, bent verdrietig als het tegenzit, rouwt wanneer je een geliefde verliest, lach je wanneer iemand je een grap vertelt.
De stoere zenverhalen over de grote dood gaan over die momenten waarin je jezelf vergeet. Zazen wordt beoefend, ik doe niet meer aan zazen. Misschien zijn deze grote momenten zeldzaam, maar wordt gevoelig voor de glimpen van zelfvergeten, voor het mysterie van het leven, voor wat Tjeu van den Berk in zijn boek het numineuze verwoordt als numineuze ervaringen. Het boek is gevuld met alledaagse verlichtingservaringen.
In deze week wil ik jullie op het hart drukken: vergeet jezelf in zazen, vergeet jezelf in je leven, kijk dan steeds opnieuw en wat zie je dan? Je weet niet wat je ziet! (N. Tydeman). En alles is in orde. Verlichtingservaringen kunnen je leven en je perspectief op het leven op zijn kop zetten. Tegelijkertijd is er ook verlichting die heel subtiel, zacht en alledaags te werk gaat. Heel even daagt een gevoel van eenheid, is er even geen ik te bekennen en is alles in orde. En dan is er weer een mail, een bus om voor uit te wijken of een gedachte over morgen. Er is geen weerstand tegen hoe de geest werkt, er is geen zoeken meer, de wetenschap is dat alles wat bestaat mij tot bevrijding wil brengen, de wetenschap overeen te stemmen met de werkelijkheid. Daarom was voor Dogen, Suzuki en Maezumi zazen ook verlichting: in zazen zijn we werkelijkheid geworden.
Martin Myoki Pol