Pogingen zelf verlichting te vinden

[20] Toen, Aggivessana, kwam de volgende gedachte in mij op: “Als ik nu eens met mijn tanden op elkaar en met mijn tong tegen het gehemelte gedrukt mijn geest met mijn geest in bedwang zou houden, zou onderdrukken en krachtig zou aanpakken?” En zo deed ik. Toen ik dat deed, brak het zweet mij onder de oksels uit. Het is te vergelijken met een sterke man die een zwakkere man bij het hoofd of bij de schouders grijpt en hem in bedwang houdt, onderdrukt en krachtig aanpakt. […] Er welde een bruisende energie in mij op, onvertroebelde aandacht werd gevestigd, maar mijn lichaam was opgewonden en rusteloos, doordat ik overweldigd was door die pijnlijke inspanning. Een dergelijk opgekomen pijnlijk gevoel echter nam mijn geest niet blijvend in beslag. 

[…]

[27] Toen, Aggivessana, kwam de volgende gedachte in mij op: “Als ik nu eens het volledig ophouden met eten zou beoefenen?” Toen dan benaderden godheden mij en spraken de volgende woorden: “Beste man, ga niet het volledig ophouden met eten beoefenen. Als je dat zou doen, dan zullen wij goddelijke nectar door de poriën inbrengen, waarop ik zou leven, dan zou ik liegen.” Dus sloeg ik het aanbod van die godheden af en ik zei: “Geen sprake van!”

September 8, 2020

Teisho: Pogingen zelf verlichting te vinden

Tussen de verzen 20 en 27 tast de boeddha manieren af hoe verlichting te bereiken. Verlichting is volgens de boeddha, het doodloze kennen, het lijden te overstijgen door hechting aan onszelf en de dingen af te snijden of door andersom geredeneerd, geluk te vinden in het leven zoals het is. Geluk in de vorm van gelijkmoedigheid. In de methoden die je in de tekst aantreft, staat het overwinnen van het lichamelijke centraal. Het inhouden van de adem, het stoppen met eten lijkt op strijden met het lichamelijke. En dat klopt: voor zover ik heb kunnen nagaan beschouwden de yogi’s het lichaam als de ultieme bron van hechting aan het aardse, het leven. Door los te komen van het lichaam, zou er verlichting moeten optreden.

Of dit zo is, laat ik in het midden. Dat is een kwestie van ervaren. De boeddha ontdekte na een aantal van deze oefeningen dat hij zijn doel niet bereikte, zoals hij na elke oefening opmerkt: Er welde een bruisende energie in mij op, onvertroebelde aandacht werd gevestigd, maar mijn lichaam was opgewonden en rusteloos, doordat ik overweldigd was door die pijnlijke inspanning. Een dergelijk opgekomen pijnlijk gevoel echter nam mijn geest niet blijvend in beslag. De oefeningen doen echter wel wat. Ze vestigen aandacht, geven energie en de pijn zorgt voor onrust. De oefeningen worden geleidelijk aan extremer, totdat hij de gedachte krijgt aan stoppen met eten. Het aardige is dat stoppen met eten nog geen duurzame bevrijding bewerkstelligt. En ook de goden begonnen zich met de gang van zaken te bemoeien: als jij stopt met eten, dan zullen wij je voeden.

Voor mij is dit een sleutelzin: in plaats van verlichting te willen bereiken, vindt de verlichting ons. Deze passage bezorgde mij inzicht. Het gaat me niet om de precieze oefeningen die de boeddha toepaste. Het gaat mij om de beweging. Na zich bij een leraar te hebben aangesloten, en na deze beiden ook weer verlaten te hebben, besluit de boeddha zelf te gaan dokteren. Ik gebruik het woord dokteren met opzet omdat de boeddha op andere plekken sprak over zijn leer als medicijn. Hij doet oefeningen die spontaan in zijn hoofd opkomen. Of, maar dat weet ik niet precies, die destijds gepraktiseerd werden. In de yogatraditie worden ademhalingstechnieken gebruikt die lijken of de eerste oefeningen. Kort en hevig in- en uitademen, het vertragen van ademhaling en het stopzetten van de ademhaling worden nog steeds toegepast.

Wat houdt de beweging in? Wat mij betreft is de beweging het zoeken naar een manier om langs mezelf te geraken. Het is een houding waarin ontvankelijkheid een hoofdrol speelt, meer ontvangen dan zelf reiken. Naast dat ik in het dagelijkse leven profijt heb van mijn denkvermogen, van mijn zintuigelijk waarnemen, van mijn deductief vermogen, heb ik ook vaak het gevoel dat ik nooit langs mezelf kom. Het lijden blijft, hoe goed in ook mijn best doe, hoe goed ik de dingen ook doordenk. De onrust en de onvrede die dit veroorzaakt, zorgen ook weer voor extra lijden. De beweging die de boeddha in gang zette, was te onderzoeken of hij dit lijden kon passeren, of hij dit achter zich kon laten. En voordat hij zich dit realiseerde, vertelden de goden hem precies dit.

En zo ben ik ooit ook begonnen. Zenmeditatie als poging om boven het lijden uit te stijgen. Zazen als manier iets te bereiken, in plaats van een methode om te kunnen ontvangen. Mijn verborgen doel was onaantastbaar te worden, geen last meer te hebben van pijn. En ook voor mij werkte zazen onvoldoende om aan het doel beantwoorden. De eerste jaren heb ik geprobeerd zazen zo toe te passen dat mijn doel bereikt werd. In de loop van de jaren daarna ontdekte ik, heel geleidelijk en met hulp, dat ik aan zazen moest gaan beantwoorden. Ik moest me helemaal gaan geven aan zazen, en daarmee mijn eigen agenda opgeven. Dit opgeven van mijn eigen agenda bleek, zo ontdekte ik al doende, een opgave voor mijn hele leven.

De beweging die de boeddha maakte, was, vanuit mijn perspectief, de ontdekking dat verlichting niet buiten mezelf bestaat. Bevrijding is alleen te vinden in dit leven, met dit lichaam en met deze geest. Het bestaat niet buiten mezelf, niet buiten dit leven. Methoden doen op zichzelf niets. Bevrijding is een houding. Wat is er te zeggen over deze houding?

Vanuit de zentraditie bekeken, zijn zazen, het buigen en de andere rituelen, de leraar en de soetra’s er niet voor mij. Het gaat erom mij te geven aan zazen, aan de rituelen en aan het reciteren van de soetra’s. Hoe geef ik mezelf aan zazen? Door zazen te doen zonder doel, zonder besef van nut, zonder besef van tijd, zonder beeld van succes of falen. Door zazen, de houding, de adem te worden. Zazen te doen om de zazen zelf. En zo ontdekte ik daarnaast, ook weer met hulp, dat deze houding in het leven nodig is. Uiteraard heb ik doelstellingen in mijn werk, wil ik dat mijn kinderen goed terechtkomen, betaal ik premie om verzekerd te zijn voor zorgkosten. De houding waarover ik spreek sluit het stellen van doelen niet uit, het gaat om de houding terwijl ik aan het werk ben, in het gezin ben, een vriend ben. Ik ben er helemaal, zo is de intentie. Terwijl ik handel, is er geen gedachte aan nut, er is alleen dat wat ik nu doe. Terwijl ik iets doe, leef ik niet vooruit.

Je kunt zeggen: de boeddha deed toch meer dan ik. En je moet natuurlijk constateren dat hij zoveel overhad verlichting te bereiken, dat hij zijn leven waagde. En zonder dat ik jullie wil oproepen het leven op het spel te zetten om verlichting te bereiken, gaan deze fragmenten wat mij betreft over het brengen van een offer. Welk offer je brengt, is gedeeltelijk aan jezelf. Maar een offer is nodig. Of misschien niet nodig, maar onvermijdelijk. Zo is er tijd die je offert, kan de zazen pijn blijven doen, hoeveel jaar je ook zit. Om vrijuit te buigen, moet je soms aan je eigen standpunt voorbij. Buigen is jezelf offeren. In de beoefening komt een moment dat het complex dat je bent geworden tegen het licht gehouden wordt, dat het bestaansrecht van je constructies wankelt, of sterker gezegd: dat je niet verder kunt of wilt leven zoals je deed. En ik denk dat de boeddha dit toont. Om verlichting te vinden, moet je je leven veranderen (vrij naar Peter Sloterdijk). Hoe, wanneer, door wie? Geen idee, maar onvermijdelijk gebeurt dit: geleidelijk en soms hortend en stotend.

Martin Myoki Pol