Is het terugtrekken uit je leven voorwaarde voor verlichting?

[13] Kijk, Aggivesana, voor mijn ontwaken, toen ik nog een onontwaakte bodhisattva was, kreeg ik deze gedachte: “Het huiselijke leven is een hindernis, een weg vol stof, het thuisloze leven is de open lucht. Het is niet gemakkelijk voor iemand die thuis woont om het volkomen zuivere heilige leven, glanzend als parelmoer, in al zijn volheid te leven. Als ik nu eens haar en baard zou afscheren, de gele gewaden zou omleggen en uit het huis de thuisloosheid in zou trekken?”

(Uit: Ariyapariyesana soetra of de soetra over het edele zoeken. In: Majjhima-Nikaya – de verzameling van middellange leerredes van de boeddha, Mulapannasa – deel 1, de eerste 50 leerredes. Uit het Pali vertaald door J.A. de Breet en R.H.C. Janssen)

September 8, 2020

Teisho: Is het terugtrekken uit je leven voorwaarde voor verlichting?

Uit het huis de thuisloosheid in trekken: de boeddha vertelt Aggivessana dat het vertrekken uit het gewone dagelijkse leven een voorwaarde voor ontwaken is. Het dagelijks leven is een hindernis, een weg vol stof.

Wat moeten we hier nou van maken? Is het dus toch zo dat verlichting in mijn leven onmogelijk is, zoals velen al voorvoelden? Ook zegt hij even later dat het niet gemakkelijk is om het zuiver heilig leven te leiden wanneer je thuis woont. Niet gemakkelijk is niet onmogelijk, lijkt me zo. Zo beschouwt laat de boeddha de deur op een kier staan. Ontwaken in een leven zoals wij leiden, is een mogelijkheid. Niet gemakkelijk en niet onmogelijk.

Wanneer je een groot verlangen hebt verlichting te vinden, of anders gezegd om een bevrijd bestaan te leiden, is het intreden van een klooster een optie. In een klooster, door welke stroming ook gerund, is er beoefening. Een kloosterling wordt als het ware ondergedompeld in beoefening. Behalve meditatie, is er recitatie, onderhoud met de medekloosteringen en leraar en werk. Alles wat je doet, staat in het teken van beoefening. Om in te kunnen treden in een zenklooster is een ceremonie bedacht, de shuke tokudo. Vertaald betekent dit het afleggen van de gelofte van thuisloosheid. Zenmonniken leggen naast de geloften zoals al afgelegd in de Jukai ceremonie, de gelofte af een thuisloos bestaan te leiden. Monniken geven hun wereldse huis op, en gaan wonen in thuisloosheid. Ironisch genoeg geeft een monnik diens huis op om onder een ander dak te gaan wonen. Echter, tijdens het verblijf in het klooster ben je niet thuis, de thuisloosheid geldt ook in het klooster.

Wat nu te doen als je een groot verlangen hebt verlichting te vinden en om allerlei goede redenen in je gezin, relatie, werk en andere bezigheden wilt blijven? Het leven waarin het vinden van verlichting volgens de boeddha niet gemakkelijk en niet onmogelijk is. Goed opletten nu, dit is onze situatie. Tenminste, ik neem aan dat jullie verlichting willen bereiken in je huidige bestaan.

Een begin van een antwoord ligt in de overtuiging dat kloosters moeten bestaan. Zij vervullen een behoefte, wij hebben kloosters nodig als plaatsen van intensieve beoefening, voor het volgen van sesshins, van het bewaren van de traditie. Tegelijkertijd zijn leken, beoefenaars die niet intreden, nodig om de beoefening te doen, en om de Dharma door te geven. Je zou ook kunnen zeggen dat leken de Dharma tonen in het gezin, op het werk, in hun relatie en familie.

Een tweede perspectief dat hieruit volgt, is dat je als leek ook gewoon ingetreden bent in een klooster. Dit klooster is je eigen leven. Je kunt verlangen te beoefenen invlechten in je dagelijks leven. Mijn werk is even zeer beoefening als het werk van de kok in een zenklooster. Mijn optreden in het gezin is even zeer beoefening als het samenleven in een klooster.

Een derde perspectief waarmee het soetra fragment beschouwd kan worden, is de thuisloosheid zelf. Naast de letterlijke betekenis is thuisloosheid ook als een symbolische realiteit te beschouwen. Daarom kon je bij Nico Tydeman vragen of je shuke tokudo mocht doen. En dan wordt het wat mij betreft interessant. Ik beloof thuisloos te leven in mijn leven. Hoe geef je daar vorm aan? Dat is een goede vraag die iedereen voor zichzelf moet zien te beantwoorden. Steeds opnieuw. Zo is de belofte thuisloos te zijn beoefening op zich. Thuisloos zijn betekent voor mij nu niet thuis te geven als mijn gedachten me leiden naar denkbeelden over mijn werk, mijn fiets, mijn lichaam, mijn kinderen, mijn huwelijk, mijn huis, mijn mening. Zo vaak als ik het me herinner, weet ik: geen thuis. En daardoor ben ik overal thuis. Als ik echt luister naar wat mijn dochter te zeggen heeft, ben ik thuis in haar zienswijze. En verblijf ik niet alleen in die van mij. Dat is de oefening.

En dit is wat de boeddha wat mij betreft zegt. Ik ga er vanuit dat de boeddha de thuisloosheid letterlijk bedoelde. Na zijn vertrek van huis en haard, heeft hij zijn leven zwervend doorgebracht. Ook toen er kloosters gesticht waren, reisde hij gedurende het jaar langs deze plaatsen. In de boeddhistische traditie (Theravada) is het bereiken van verlichting altijd voorbehouden geweest aan monniken, en later ook aan nonnen. De gemeenschap om het klooster ondersteunde de monniken dan ook graag omdat zij geloven dat de beoefening door monniken ‘goede werken’ tot gevolg hadden. Voor mij betekent het de beslissing, het stellige voornemen, thuisloos te leven, in mijn leven, en het verlangen te koesteren verlichting te bereiken. De verlichtingservaringen die we eerder verkenden, zijn als waardevolle kralen aan een ketting. Kralen die je steeds weer achter je laat. Want ook in beoefening en verlichtingservaringen kun je niet wonen.

Martin Myoki Pol