Het derde ernstige voorschrift

Ik beloof niet begerig te zijn.

June 15, 2020

Teisho: Het derde ernstige voorschrift

Dit voorschrift wordt veelal vertaald met geen seksueel misbruik. Ook kwam ik tegen niet te kwetsen (not to harm). Omdat seksueel misbruik voortkomt uit een teveel aan begeerte, en een teveel aan begeerte tot allerlei ellende kan leiden, is de vertaling die wij bespreken wat mij betreft goed. In het algemeen is de belofte dat ik niet begerig ben. De versmalling tot geen seksueel misbruik zou afkomstig kunnen zijn door toepassing in het kloosterleven.

Begeren heeft behalve verlangen of wensen ook een basis in het Grieks, waar het aan begeren verwante woord aansporen betekent. Je zou kunnen zeggen dat je bestaat uit wensen, dat je dingen wilt verwerven. Je wordt voortdurend aangespoord. Etymologisch bestaat ons woord begeren ook uit een stam die ontvlammen betekent. Begeren werd ook in verband gebracht met boosheid opwekken, met toorn.

Omdat we mensen zijn. willen we iets. Iets willen verwerven is zo natuurlijk als eten. Dit voorschrift gaat over heel graag willen, zo graag dat je er kwetsen voor over hebt. Misschien is hebzucht een beter woord om te gebruiken dan begeerte. De boeddha noemde begeerte de minst erge van de drie vergiften. Begeren, zo legde hij uit, komt voort uit het toegenegen zijn aan het leven, aan de wereld. Ook in de vier edele waarheden komt begeerte terug, vooral in de tweede edele waarheid. In deze edele waarheid, samudaya (dorst) genoemd, biedt de boeddha volgelingen inzicht in het proces van ons reageren op de wereld. We hebben voortdurend dorst, we zijn voortdurend op zoek naar het voldoen of voldaan krijgen van onze wensen. Deze dorst, zo verkondigt de boeddha, willen lessen, houdt een cirkel van lijden in stand.

De edele waarheid van samudaya, de reactie op lijden is deze: het is dorst naar het opnieuw scheppen van het zelf dat verbonden is met begeerte en zich in van alles en nog wat verheugt. Het is de dorst naar zintuigelijke genoegens naar bestaan en niet-bestaan.

De edele waarheid van nirodha, begrenzing, is deze: het is het volledig vangen van de dorst. Het is het opgeven van, bevrijd worden van en weigeren te verblijven in het object van die dorst. 

(Uit de Samyutta-Nikaya 61.11)

Begrenzing aanbrengen, nirodha (aarden wal), is het devies. Weten dat mijn verlangens schadelijk kunnen zijn voor anderen, voor mezelf, is het startpunt. En voor het startpunt is het door en door vertrouwd te raken met je verlangens. Brazier heeft in zijn boek zonder gruis geen parels de verbinding gelegd tussen onze verlangens, door hem ook wel als vuur omschreven, die je onder controle houdt door het vuur in een aarden wal te beheren. Het erkennen dat je verlangen, begeren en willen bent, is zeer noodzakelijk om ze te kunnen beheren.

Grenzen stellen aan verlangens is niet zozeer het doel van dit voorschrift. Veel meer is dit voorschrift een uitnodiging je begeerte te bestuderen, te zien hoe het werkt en te erkennen dat je begeerte bent. Begeerte, van welke aard dan ook, is niet slecht, niet goed: ik ben begeerte, ik ben verlangen. Kan ik leren zien wanneer begeerte overgaat in hebzucht? Wat doet mijn lichaam als ik hebzuchtig ben? Door de erkenning kun je beloven niet begerig te zijn.

Je begeerte weghouden en ontkennen is niet de weg. Er bestaat een mooi verhaal over een monnik die al 20 jaar onderhouden werd door een vrouw. Zij voedde hem en bood hem al die tijd onderdak. Ze wilde nu wel eens weten wat de beoefening had opgeleverd, en vroeg een jonge vrouw de monnik te verleiden. En nu maar eens kijken hoe hij zou reageren. Zo gebeurde het: de vrouw verleidde de monnik. Hij zei: “Een oude boom groeit op een koude rots in de winter. Nergens is er enige warmte”. De jonge dame informeerde de sponsor. Deze reageerde furieus: “Hij toonde geen begrip voor jouw behoefte, geen begin van begrip voor jouw omstandigheden. Hij had niet hoeven reageren op jouw avances, maar hij had wel compassie kunnen tonen”. Daarop joeg ze de monnik weg en brandde ze zijn hut af.

Te leven volgens de voorschriften gaat over intimiteit met wat is. Intimiteit is verbondenheid met alles wat er op dit moment is. Geen voorkeur, geen afkeer, alleen verbondenheid. Tijdens zazen komen al je verlangens langs. Leer ze goed kennen, word er intiem mee. Anderson merkt op dat je dan niets moet doen dan ‘alleen te zitten in de warmte’ van je begeerte.

Martin Myoki Pol