Gewoon te verschijnen in de wereld is genoeg
Het heldere weten en dan? Gewoon te verschijnen in de wereld is genoeg.
[41] Dit tweede weten, Aggivessana, bereikte ik in de middelste nachtwake. Onwetendheid werd vernietigd, weten verrees, duisternis werd vernietigd en licht ontstond, zoals dat gebeurt bij iemand die voortdurend alert, bezield en vastberaden is. Een dergelijk opgekomen gelukkig gevoel echter nam mijn geest niet blijvend in beslag.
[42] Toen mijn geest aldus geconcentreerd, geheel zuiver, geheel gelouterd, smetteloos, ontdaan van affecten, buigzaam, werkbaar, stabiel en onbeweeglijk geworden was, richtte ik hem op de kennis van de vernietiging van de mentale vergiften. Ik onderkende naar waarheid: “Dit is lijden; dit is de oorsprong van lijden; dit is het ophouden van lijden; dit is de weg die naar het ophouden van lijden voert.” Ik onderkende naar waarheid: “Dit zijn de mentale vergiften; dit is de oorsprong van mentale vergiften; dit is het ophouden van de mentale vergiften; dit is de weg de naar het ophouden van de mentale vergiften leidt.”
[43] Bij mij die zo wist, die zo zag, werd de geest bevrijd van het vergif der zinnelijke begeerte, werd de geest bevrijd van het gif der wedergeboorte en de werd de geest bevrijd van het vergif der onwetendheid. In de bevrijde geest rees de kennis op dat hij bevrijd was. “Vernietigt is geboorte, geleefd het heilige leven, gedaan is wat gedaan moet worden, er is niets meer dat tot terugkomst hier leidt”, zo besefte ik.
June 15, 2020
Teisho: Gewoon te verschijnen in de wereld is genoeg
Ik vind dit een prachtig fragment. De beschrijving die de boeddha geeft van de geest die bevrijd is, is meer dan prachtig. Duisternis wijkt, er is licht. Er ontstond licht, en de geest was vastberaden, alert en bezield. Met een soepele geest, buigzaam, werkbaar en onbeweeglijk, richt hij zich op kennis van vernietiging van mentale vergiften. Doorgaans worden er drie vergiften genoemd; begeerte, haat en onwetendheid. Mentale vergiften staan aan de basis van lijden, en in stadia ziet de boeddha met een heldere geest dat er lijden is, dat wij gehecht zijn, haten en onwetend zijn, dat dit gehanteerd kan worden en de weg die naar dit hanteren afgelegd kan worden. Toen de boeddha toch besloten had onderricht te geven, na dit eerst niet gewild te hebben, was dit zijn eerste onderricht: het in beweging zetten van het wiel van de Dharma (Samyutta-Nikaya 61.11).
De boeddha mediteert dag en nacht, dit inzicht welt op tijdens de nachtwake. Er is een weten, de werkelijkheid wordt onderkend. Je zou ook kunnen zeggen dat de boeddha de waarheid kent. Hij maakt kennis met het onzegbare, het onbenoembare, het doodloze. En, ook prachtig verwoord, de bevrijde geest realiseert zich dat hij bevrijd is. Bevrijd van wat? Van begeerte, van wedergeboorte en van onwetendheid. Natuurlijk is de boeddha gebonden aan de zwaartekracht, aan de wet van oorzakelijkheid, maar diens geest is ongebonden, ongeboren en vrij. Net als onze geest trouwens. Uit de beschrijving zou je kunnen aflezen dat jij deze bevrijdende ervaring niet zult kunnen ervaren. Maar zo gemakkelijk kom je er wat mij betreft niet vanaf. Ieder mens heeft een bevrijdende potentie, een capaciteit die je niet kunt bereiken, maar die jou bereikt. En, zoals we de afgelopen weken gezien hebben, die je al bereikt heeft. Of die vlak voor je neus ligt, zit of staat.
In de zentraditie is een verlichtingservaring niet het eindpunt van het spirituele pad. Bekend is de uitspraak: voor verlichting water halen en hout hakken, na verlichting water halen en hout hakken. Na een verlichtingservaring gaat het leven door. Dit lijkt logisch, maar soms is een ervaring van bevrijding zo sterk en zo prettig, dat je er alles aan doet om het te behouden. Boven op de bergtop aangekomen, wil je op de top blijven en van het uitzicht genieten. Voor de meeste mensen geldt dat ze in eerste instantie niet aan de tocht naar beneden willen geloven. Daarom is er een aantal citaten van voorgangers om er alvast op te wijzen dat het gewone dagelijks leven na verlichting doorgaat. In de mahayana traditie waarin de zen past, is de notie dat het bij een verlichtingservaring niet klaar is, verder ontwikkeld. Een verlicht wezen verlangt ernaar alle levende wezens tot verlichting te brengen, of andersom geredeneerd, het lijden te verlichten van alle anderen. Dit is de eerste gelofte van de Boddhisattva geloften: hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof hen allen te bevrijden.
Bevrijding is geen persoonlijk en geen einddoel. Na de ervaring van bevrijding ga ik de wereld in. Alleen als bodhisattva te verschijnen in de wereld, is voldoende. Een verlichtingservaring is dus niet het doel, maar door gevoeld te hebben dat ik onderdeel ben van een eenheid, kan ik me plotseling realiseren dat ik bevrijding te schenken heb. Hoe? Aan wie? Dat is lastig te zeggen. Het inzicht dat een bevrijd bestaan een mogelijkheid is, is het belangrijkst. Dat de geest al bevrijd is. Ook al weten we niet wat bevrijding is, en ook al is het verstandig dat je niet gaat denken in verlichting, toch is een bevrijd bestaan mogelijk. En omdat bevrijding nu een feit is, is er ook een bevrijd bestaan.
Dit bevrijde bestaan wordt geïllustreerd door de figuur van Hotei (Budai in het Chinees), die voorkomt op het tiende plaatje van de os. Hotei is een ietwat mythische figuur die niet geheel en al past in de samenleving. Hij raaskalt, is ongebonden, houdt van spelen(de kinderen) en houdt zich niet aan geldende conventies. Hij is slechts zichzelf. Je zou kunnen zeggen dat Hotei een mens is die geworden is wat hij is. Hij leeft vanuit zijn verlichtende potentieel, zonder dit bewust te weten of in te zetten. In het gedicht wat bij elk plaatje geschreven is, staat: met lege handen naar de markt. En, met stralende ogen en een brede lach verandert iedereen die hem ontmoet in een boeddha.
Dat is wat verlichte mensen doen. Met lege handen staan zij op de markt. Met lege handen in een vergadering, in een les, in de supermarkt zitten of staan, wil zeggen dat zij ontvankelijk zijn voor wat er gaande is, voor het relaas van anderen, dat zij doen wat goed is. Niet omdat zij weten dat wat zij doen goed is, maar omdat zij het gewoon doen. Verlichte communicatie is dus helder voor de ontvanger, als hij of zij er ontvankelijk voor is. Degene die bevrijdend handelt, doet gewoon wat hij doet. Zonder vooropgezet plan, zonder verwachtingen over resultaat, zonder iets terug te willen, handelt, communiceert en denkt de verlichte mens.
Wat is het verschil met mij? In principe is er geen verschil tussen jou en de verlichte mens. Wij zijn allen Hotei. In een documentaire, genaamd my soul is gently flying above the top of the trees, is een Japanse zenmonnik mensen nabij die aan zelfdoding denken of die dit geprobeerd hebben. Hij vertelt heel bondig dat mensen zich zo vastzetten in hun verhaal zodat ze niet meer weten wat geluk is. Geluk, zo stelt hij, is iets heel kleins doen voor een ander. En dat doet Hotei: alleen al door zijn aanwezigheid doet hij dingen voor anderen. Hij weet het niet, anderen hoeven het niet zo te noemen. Alleen te verschijnen in de wereld is voldoende.
Martin Myoki Pol