Een leraar zoeken en bij de leraar uitkomen

[15] Toen ik zo weggetrokken was, ging ik – op zoek naar wat heilzaam is, naar een toestand van onovertroffen ware vrede – naar Alara Kalama. Bij hem aangekomen, zei ik het volgende tot hem: “Vriend Kalama, ik wil graag in deze leer en in deze discipline het heilige leven leiden.” Op die woorden zei Alara Kalama: “Blijf maar hier, eerwaarde! Deze leer is van dien aard, dat een intelligent man al na korte tijd het inzicht van zijn leraar zelf kan onderkennen, realiseren en zich blijvend eigen kan maken.” 

[…]

[16] Toen ging ik – nog steeds op zoek naar wat heilzaam is, naar een toestand van onovertroffen ware vrede – naar Uddaka Ramaputta toe. Bij hem had ik dezelfde ervaringen als bij Alara Kalama. Bij hem kwam uiteindelijk de volgende gedachte bij me op: “Deze leer leidt niet tot afkeer [van het wereldse leven], niet tot passieloosheid, tot ophouden, tot innerlijke rust, tot kennis uit eigen ervaring, tot ontwaken, tot nirwana, maar alleen tot het bereiken van de sfeer van noch-voorstelling-noch-geen-voorstelling.” Daarom wendde ik mij, omdat ik ook met deze leer niet tevreden was, ervan af en ging weg. 

(Uit: Ariyapariyesana soetra of de soetra over het edele zoeken. In: Majjhima-Nikaya – de verzameling van middellange leerredes van de boeddha, Mulapannasa – deel 1, de eerste 50 leerredes. Uit het Pali vertaald door J.A. de Breet en R.H.C. Janssen)

June 15, 2020

Teisho: Een leraar zoeken en bij de leraar uitkomen

[15] Toen ik zo weggetrokken was, ging ik – op zoek naar wat heilzaam is, naar een toestand van onovertroffen ware vrede – naar Alara Kalama. Bij hem aangekomen, zei ik het volgende tot hem: “Vriend Kalama, ik wil graag in deze leer en in deze discipline het heilige leven leiden.” Op die woorden zei Alara Kalama: “Blijf maar hier, eerwaarde! Deze leer is van dien aard, dat een intelligent man al na korte tijd het inzicht van zijn leraar zelf kan onderkennen, realiseren en zich blijvend eigen kan maken.” 

[…]

[16] Toen ging ik – nog steeds op zoek naar wat heilzaam is, naar een toestand van onovertroffen ware vrede – naar Uddaka Ramaputta toe. Bij hem had ik dezelfde ervaringen als bij Alara Kalama. Bij hem kwam uiteindelijk de volgende gedachte bij me op: “Deze leer leidt niet tot afkeer [van het wereldse leven], niet tot passieloosheid, tot ophouden, tot innerlijke rust, tot kennis uit eigen ervaring, tot ontwaken, tot nirwana, maar alleen tot het bereiken van de sfeer van noch-voorstelling-noch-geen-voorstelling.” Daarom wendde ik mij, omdat ik ook met deze leer niet tevreden was, ervan af en ging weg. 

(Uit: Ariyapariyesana soetra of de soetra over het edele zoeken. In: Majjhima-Nikaya – de verzameling van middellange leerredes van de boeddha, Mulapannasa – deel 1, de eerste 50 leerredes. Uit het Pali vertaald door J.A. de Breet en R.H.C. Janssen)

Nadat hij huis en haard achter zich gelaten had, gekozen had voor de thuisloosheid, zocht de boeddha naar een leraar. Al zwervend kwam hij terecht bij Alara Kalama. Hij vertelt hem dat hij het heilige leven wil leiden. Uit de tekst wordt niet duidelijk hoe hij deze leraar vond. Wel vertelt hij de boeddha dat een intelligent mens zijn leer zich in korte tijd  eigen kon maken. Via gereciteerde teksten kwam een leerling uit bij de sfeer van nietsbeduidendheid, van het niets. Wat dit inhoudt, wordt niet nader toegelicht. Nadat de boeddha Alara Kalama diens inzicht getoond had, vroeg deze hem zich bij hem aan te sluiten om samen de gemeenschap van Alara Kalama te leiden. De boeddha weigerde beleefd. Hij was niet geheel tevreden – het leidde niet tot nirwana –  en trok verder. De volgende leraar heette Uddaka Ramaputta. De boeddha vertelt Aggivessana en zijn toehoorders dat de ervaringen bij deze leraar leken op die bij de eerste leraar. Omdat de boeddha niet bereikt had wat hij wilde, op zoek naar het zuivere, heilige leven, het doodloze, vertrok hij weer. Hij zwierf verder.

Mensen hebben voorbeelden nodig. Mensen leren door te kijken, te luisteren naar anderen. Zo ook de boeddha. Wat is een leraar? De boeddha wilde een leraar bij wie hij kon leren hoe hij verlichting kon bereiken. We zoeken allemaal naar mensen die kunnen duiden hoe te leven. Er zijn vrienden, er zijn leraren, er zijn buren, familie. Naast dat mensen graag samen optrekken, leren we ook samen. Zo bekeken gaat iedereen een geestelijk pad, ook al is men zich er niet bewust van. Me te verhouden tot levensvragen hoe te staan tegenover geboren zijn, ziekte, liefde, ouderdom en dood, liefde en geluk is een opgave voor een ieder.

Wanneer het verlangen een geestelijk leven te leiden sterk genoeg is, gaan we op zoek naar een plaats om naar toe te gaan. Zelf wilde ik graag leren mediteren, van iemand die dit al kon. Ik had geen gedachten gewijd aan het zoeken naar een leraar. Al snel kreeg ik in de gaten dat alle spirituele handelingen doorgegeven worden door een mens. Meditatie is mensenwerk. En zo kreeg ik contact met een leraar die naar al snel bleek, zelf ook een leraar had. En ik werd nieuwsgierig: wat is daar gaande?

Daisan vond ik in het begin lastig. Het idee dat je met een kwestie, met iets slims moest komen, speelde me parten. Het maakte me onvrij. Totdat ik dit besprak. Willem maakte mij duidelijk dat ik niet met iets hoefde langs te komen. Zo leerde ik geleidelijk aan dat het in de zendo niet draait om wat je weet, wat je ambities zijn, wat je verhaal is, maar dat het draait om gewoon te zijn wie je bent. Kom steeds langs met lege handen.

In plaats van geliefd te willen zijn, gewaardeerd te willen worden, gezien te willen worden, is de oproep in de zendo en in daisan gewoon te zijn wie je bent. Niet het beredeneerde zelf, maar het werkelijke zelf. Ondertussen heeft een leraar een leer, een traditie, een overtuiging. Ook van de verhouding leraar leerling. Een leraar sluit aan bij zijn leerling, student, stagiair, maar probeert hem of haar ook iets te leren, door te geven. Wat heeft een zenleraar te bieden? Hij of zij heeft de traditie, verlichtingsverhalen, koans, rituelen in de aanbieding. In de zen gaat het om “transmissie van hart tot hart, buiten de geschriften om” (Bodhidharma). Tussen leraar en anderen is er sprake van transmissie. Transmissie van wat?

Transmissie van de Dharma (de leer) gebeurt grenzeloos subtiel en de Dharma wordt zelden getoond. En toch is de intentie de Dharma te ontvangen en te verzorgen (dit komt uit een vers voor de teisho zoals op veel plaatsen gereciteerd wordt). De leraar draagt de leer in zich en draagt deze over. Hij of zij draagt zichzelf over, zoals het is. Aan een ieder die hier ontvankelijk voor is. Je zou ook kunnen zeggen dat er alleen maar overdracht is, maar dat alleen ontvankelijkheid de Dharma zichtbaar kan maken. Mensen zijn dieren met taalvaardigheid, vaak wordt transmissie opgevat als overgedragen woorden, teksten en tekstuitleg. En natuurlijk is dit ook transmissie. Maar transmissie is subtiel, en dus moet de leerling goed opletten, wakker zijn. Hoe gedraagt de leraar zich? Hoe loopt, zit, buigt, zwijgt hij of zij?

De keuze voor een leraar is een puur persoonlijke aangelegenheid. Je moet je aangesproken voelen door de transmissie. Wat zegt het mij, wat betekent dit voor mijn leven? Spreekt de leraar tot mij? Voel ik me opgetild, geïnspireerd een wakker bestaan te leiden? Zoek totdat je goed zit, is het devies. Als je echt verlichtingsvuur voelt, neem dan alleen genoegen met de leraar die past. Dit hoeft trouwens niet te betekenen dat je samenvalt met de boodschap en het gedrag van de leraar. Leraren zijn uiteraard gewone mensen, en hebben zoals ieder mens last van onhebbelijkheden. Deze onhebbelijkheden zijn ook transmissie. De Dharma zit ‘verstopt’ in alle dagelijkse dingen die gebeuren. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat onhebbelijkheden wangedrag worden, maar zelfs wangedrag is niet uit te sluiten. Volg een leraar nauwgezet, maar volg hem of haar niet klakkeloos. Luister goed, ook naar zaken waar je moeite mee hebt. Doe zoals de boeddha volgelingen aanraadde: onderzoek zelf en volg mij nooit onnadenkend.

Er kan een moment komen dat je, net als de boeddha beschrijft, een leraar verlaat. Voel je vrij dit te doen. Voel je ook altijd vrij terug te keren. Luister naar wat andere leraren te vertellen hebben. Het staat je vrij het bij een leraar te zoeken, en ook ben je vrij om bij zoveel leraren te rade gaan als je nodig vindt. En nu we het er toch over hebben, kun je ook besluiten zonder leraar een geestelijk leven te leiden. Uiteindelijk liet de boeddha alle leraren achter zich en begon alleen te mediteren, onder invloed van een herinnering uit zijn kindertijd.

En, tenslotte, langs de weg van geen leraar, kom ik uit bij een associatie naar aanleiding van de tekstfragmenten. Als mijn beoefening thuisloos is, als mijn leven beoefening van bevrijding is, zijn er alleen maar leraren. Iedereen met wie ik leef, bekend of onbekend, is zo bezien mijn leraar. Al het bestaande is uitdrukking van de Dharma, en zo is al het bestaande mijn leraar. Maar ook een deurmat die je vraagt hem (of haar?) te stofzuigen, banden die je vragen erin te pompen, een straatje dat verzucht: veeg mij. Allemaal leraren…

Martin Myoki Pol