De vier aspecten van zazen – het vierde aspect

Als een zwerver naar de markt,

met modder en stof overdekt,

stralende ogen, brede lach.

Er is geen behoefte aan de wonderen

en de magische krachten van de goden.

Een ontbladerde boom die hij aanraakt

staat terstond in volle bloei.

(Uit: Nico Tydeman – Het temmen van de os, plaatje 10)

June 15, 2020

Teisho: De vier aspecten van zazen

Het vierde aspect: bodhisattva actie of met lege handen de wereld ingaan

Was ik ooit begonnen aan zen om groot lijden het hoofd te bieden, na enige tijd van zazen, hartsoetra, kinhin en daisan leek mij mijn doel te egocentrisch, te beperkt, te doelgericht. Mijn conclusie was: zen helpt me zo niet. Ik kreeg het gevoel dat ik niet wist wat groot lijden eigenlijk is. Het was ook niet mijn lijden, ik leed met iemand anders samen. Natuurlijkerwijs ging mijn aandacht tijdens de zazen uit naar hoe ik me dan in de relatie gedroeg: onmachtig, reparerend en reddend en uiteindelijk ongeduldig en boos. Wat zou er gebeuren als ik mezelf helemaal open zou stellen voor haar pijn? Ik zag in dat het spirituele werk niet zit in het oplossen van lijden, maar in een andere houding en in ander gedrag in mijn huidige leven. Ons lijden raakt overigens nooit opgelost. Het leven slaat wonden bij ons allen. De boeddha sprak over een doorn in ons hart. Wat moeten we doen? De doorn eruit trekken? Dan bloeden we dood. De doorn laten zitten? Dan hebben we pijn.

Waar gaat zazen over? Hoe word ik van Martin als de zwerver getooid met modder die de wereld met stralende ogen en een brede lach tegemoet treedt. Je zou, ietwat theoretisch, kunnen stellen dat de drie aspecten van zazen nodig zijn om te ontdekken dat je bevrijdende kwaliteiten in je hebt. Hoe precies, wie precies en wat precies is misschien niet te zeggen. Zoals gezegd, kan zazen een verandering van houding bewerkstelligen: losser van alleen mijn eigen belang, niet zozeer denken in verlies dan wel winst, hier en nu aanwezig zijn, boeddhanatuur zien in al het bestaande, weten dat het geen kwestie is van lijden of geluk, van ziekte of gezondheid, van goed of slecht, weten dat er een bevrijdende kwaliteit schuilt in de werkelijkheid van alledag.

Daarom benadrukken alle zenleraren van nu en toen het belang van het steeds weer doen van zazen. Steeds op een andere manier benadrukken zij allen de drie aspecten van zazen: de fysieke houding van het midden, wakker en ontspannen, de ervaring van samadhi, ingevingen, observaties en weten vertrouwen als prajna en de ervaring, op allerlei manieren, van belangeloosheid, zelfloosheid en beeldloosheid. Zazen als poort van mijn eigen bevrijding en zazen ook als poort voor de bevrijding van alle anderen.

En dan is er altijd een ongemakkelijk moment. Ik wil zo graag bevrijden, ik wil zo graag het lijden van de wereld helpen oplossen, ik wil zo graag aardig zijn voor de mensen om mij heen. Ik wil zo graag. In het Mahayana boeddhisme is Kanzeon (Japanse naam voor Kwan Yin (Chinees) en Avolakitesvara (Indiaas)) de verpersoonlijking van dit verlangen. Een bodhisattva is begaan met de wereld en doet haar uiterste best het lijden op te heffen. Zonder ophouden, zonder vingerwijzen, zonder zelf (zonder trots), zonder behoefte aan magie of goddelijke interventie, zoals in het citaat hierboven staat.

Hoe doet een bodhisattva dit dan? Een bodhisattva weet dit niet. Zij handelt vanuit boeddhanatuur, zonder zich bezig te houden met hoe of waarom. Het verlangen is groot, maar een bodhisattva heeft geen beeld van wat er precies moet gebeuren. De werkelijkheid vertelt het haar. Beoefening heeft bij de bodhisattva ruimte gegeven zich geheel te richten op de ander, op de anderen, op dat wat haar te doet staat. Zo springt een ontbladerde boom spontaan in bloei. Zo brengen bodhisattva’s bevrijding. Door met lege handen, belangeloos, naar de markt, naar het schoolplein, naar een zieke collega, naar de kantoortuin, naar het verpleeghuis, naar een vergadering te gaan: alledaagse bevrijding. Is hulp geboden, help dan met lege handen. Zonder iemand die helpt en zonder iemand die geholpen wordt.

Bodhisattva’s, dat zijn wij. Omdat we verlichte wezens zijn die meestentijds in verwarring zijn, geleefd worden door begeerte, haat en onwetendheid, is voortdurende beoefening het recept. Het helpt om mijn leven zo in te richten dat de kans bestaat dat ik elke keer opnieuw besef dat ik boeddhanatuur ben, dat ik met boeddha-ogen naar de wereld kan kijken, dat ik met lege handen naar de markt kan gaan. Zo bevrijdt zazen mij steeds opnieuw, leer ik elke dag opnieuw wat samadhi vermag en borrelt er helder weten. Een bodhisattva weet dat de beoefening nooit ophoudt. Dus:

Dit wil ik u allen graag op het hart drukken:

Leven en dood zijn ernstige zaken

Snel vergaan alle dingen

Wees altijd wakker, nimmer onoplettend,

Nimmer achteloos.

(De avondlijke aansporing in zenkloosters en bij sesshins)

Martin Myoki Pol