De vier aspecten van zazen – Het derde aspect

De zenweg gaan is het zelf bestuderen

Het zelf bestuderen is het zelf vergeten

Het zelf vergeten is verlicht te worden door de talloze dingen

Verlicht te worden door de talloze dingen is: lichaam en geest vallen weg.

Dogen – Genjokoan

June 15, 2020

Teisho: De vier aspecten van zazen

Het derde aspect: prajna of heldere observatie

Als we dan zo zitten, zittend in het midden, ons gewaar van de adem, ontspannen en wakker, is er de vreugde van de zichzelf vervullende activiteit, zazen genaamd. Samadhi is de toestand waarin we ‘gewoon’ zitten. Het is een tijdloze, beeldloze en belangeloze inspanning. Wat er opkomt is belangrijk. Dat we het laten opkomen, is van het grootste belang. Hoe lang de zazen periode nog duurt is om het even. Hoe we vinden dat het gaat, is evenmin belangrijk. We laten de geest doen wat de geest kennelijk wil doen. Hij graast daar waar hij wil, we leggen hem niets in de weg. Naast onze passieve gerichtheid op wat de geest voortbrengt, in de zen wordt dit ook wel het bestuderen van het zelf of de geest genoemd (zie citaat Dogen) is er, afgewisseld of tegelijkertijd, de mogelijkheid verwonderd te zijn over de weidsheid en de wijsheid van onze geest.

Samadhi betekent openstaan voor wat zich aandient. Moeiteloze aanwezigheid. Open aandachtigheid. Wakker zijn voor wat zich aandient. Door aandacht te schenken aan wat opkomt, geef ik precies dat wat kennelijk speelt het podium. Dat wat ik ben zet het licht op wat er gaande is. Zo bestaan er geen blinde vlekken, of misschien beter verwoord: alle blinde vlekken worden van tijd tot tijd belicht. Zazen lost een blinde vlek niet op, maar een blinde vlek wordt even gezien. Ik kan een blinde vlek niet oplossen, een blinde vlek kan wel smelten door er regelmatig licht op de laten vallen. Zoals een ijsje smelt in de zon.

In zazen zet ik dat wat opkomt in het licht. En tegelijkertijd laat ik opkomen wat er opkomt. Als ik in een toestand van samadhi ben, is dit gemakkelijk. Wanneer ik zit aan te hikken tegen zazen, wanneer ik resultaat verwacht, wanneer voorkeur of afkeer heb tegen dat wat opkomt, is laten opkomen wat er komt lastig, bedreigend, vervelend, spanningsvol. Daarom kan prajna, hoewel natuurlijk aanwezig in ons, niet gerealiseerd worden als we het eerste en tweede aspect niet doorgronden. Of beter gezegd: belichamen. De staat van samadhi is van groot belang: belangeloze zazen. In de beroemde regels van Dogen zit niet voor niets een volgorde besloten. Eerst bestuderen, dan vergeten – samadhi – dan verlicht worden – prajna -, dan vallen lichaam en geest weg.

Wat is prajna? Wat is wijsheid? Dogen stipt ook aan dat verlichting geen eigen verdienste is. Verlicht worden door de tien duizenden dingen. Zo ook met wijsheid. Ik kan geen wijsheid verwerven, via zazen of op welke manier dan ook. Wijsheid wordt aangereikt. Door wie? Ik weet het niet. Wijsheid is natuurlijk aanwezig, het zweeft rond om opgevangen te worden. In een documentaire over Philip Glass zegt hij dat hij de muziek niet bedenkt. Via een bepaalde concentratie wordt de muziek aangereikt. Hij zegt erbij het ook niet te begrijpen. Het enige dat hij weet is dat hij open moet staan en dat hij luistert. En een vriend merkt terloops op dat Glass een groot deel van de dag met pen en papier en een keyboard doorbrengt. Zoals Dogen ook al wist: je moet zazen beoefenen, steeds opnieuw en onophoudelijk.

Terwijl we aan zazen doen, dringen inzicht, observatie of wijsheid zich aan mij op. Ik kan alleen voor mezelf spreken. De oogst van de afgelopen dagen: mijn onwetendheid is grenzeloos, mijn belangeloosheid is nu schijn, elk mens heeft een verhaal dat ik niet ken, niet begrijp, oordelen is onwetendheid en toch moet ik oordelen. Koans vormen voor mij een bron van wijsheid. Ze helpen me steeds te ontdekken hoe vast ik in mijn de denkpatronen zit en leren me dat ik het antwoord moet vrijmaken, in samadhi.

Wij allen zijn vorm geworden wijsheid. Zoek het niet, zij zal je vinden.

Martin Myoki Pol