De geest tot rust gebracht

Koan 41: Bodhidharma brengt de geest tot rust

Bodhidharma zat als een muur.

De tweede patriarch stond buiten in de sneeuw, sneed zijn arm af en zei: mijn geest heeft nog geen rust. Ik smeek u, meester, maak mijn geest rustig.

Bodhidharma zei: breng uw geest hier naartoe, ik zal het tot rust brengen

De tweede patriarch zei: ik heb overal gezocht naar mijn geest, ik krijg er geen vat op.

Bodhidharma zei: zie, nu is je geest vredig.

March 17, 2020

Teisho: De geest tot rust gebracht

Nirwana (vaak vertaald met uitgeblust of uitgedoofd) betekent volkomen rust: het gevoel dat je hebt nadat je gezucht hebt. Onze geest tot rust betekent voor velen dat er geen piekeren is, geen zorgen bestaan. We worden niet gekweld door spijt, schuld of schaamte. We richten ons op therapie, vriendschap, meditatie, een guru en leggen onze geest in de handen van anderen. Ons lukt het niet erg, misschien weten anderen hoe ik mijn geest tot rust kan brengen. Ik bespeur bij velen een zekere wanhoop op dit vlak. Veel mensen lijden onder de onrust van hun geest. Slapen gaat slecht, de kunst van het genieten loopt stroef en onrust betekent onachtzaamheid (met je hoofd ergens anders zijn dan waar je bent).

Ook bij Eka is de wanhoop voelbaar. Hij smeekt Bodhidharma hem onderricht te geven. Eka wilde absolute waarheid ervaren.

Bodhidharma vroeg aan Eka: jij daar die in de sneeuw staat, wat verlang je?

Eka antwoordde, huilend: alstublieft eerwaarde, open de poort van barmhartigheid en red alle levende wezens.

Bodhidharma reageerde met een waarschuwing: zonder een zeer lange training en een schier onverdraaglijk harde arbeid kan de hoogste, geheimzinnige Boeddhaweg niet begaan worden. Nimmer kun je het bereiken met eigenwaan, geringe deugdzaamheid, oppervlakkige wijsheid en halfslachtige inzet.

De wanhoop was zo groot dat Eka zijn arm eraf gesneden zou hebben (mythologie of ook passend bij onze uitdrukking ik zou mijn arm of leven ervoor gegeven hebben). Hij gaf Bodhidharma zijn arm. Interessante kwestie, maar voor eventueel een andere keer: om deze weg te beoefenen moet je iets van jezelf aan de beoefening, zazen en/of leraar geven.

Bodhidharma wilde eerst weten dat Eka alles zou geven wat hij in zich had. Wat kom je doen? Ik kan halfslachtigheid, oppervlakkigheid en ijdelheid niet aanzien. En bovendien helpt dit het gaan van de Boeddhaweg niet. Toen hij gezien had dat Eka bereid was, liet hij hem binnen. Op dit punt begint de koan.

Eka constateert dat zijn geest nog niet rustig is. Hij verzoekt Bodhidharma om zijn geest tot rust te brengen. Hij smeekt hem. Hoe breng ik mijn geest tot rust. Soms is de geest een kind dat ik met een snoepje rustig houd. En dat werkt: met een onrustige geest tv kijken, zappend, kan helpen de geest even tot rust te brengen. Afleiding van onrust is een strategie die wij regelmatig toepassen. Het is de vraag er dan rust is of dat er afleiding is van de onrust. Niet dat het veel uitmaakt. Wat wij verlangen, is een permanente vorm van rust, van balans, van zorgeloosheid.

Zoals bij de bestudering van de hartsoetra duidelijk wordt, is dat DE geest, rust en ook onrust geen zelfstandige kern bezitten. Rust en onrust zijn termen die wij aanleggen om een gemoedstoestand te beschrijven. Invloed hebben op de gemoedstoestand is wat wij willen. Omdat de geest sunyata is, is er weinig invloed op uit te oefenen. De geest bestaat uit al het bestaande. De geest is altijd in beweging. Door bestudering van de geest in zazen is mij helder geworden dat ik niet kan spreken over mijn geest, mijn gevoelens, mijn gedachten. Als ik geen invloed kan uitoefenen, dan is het per definitie niet van mij. En kun je mij onrust aanwijzen? En hoe kan een geest die sunyata is, onrustig zijn? Ga je geest halen en ik zal je geest tot rust brengen. Als jij je geest niet rustig krijgt, hoe zou mij dat dan moeten lukken? Eerlijkheidshalve zal ik toegeven dat ik geen bijzondere gaven bezit.

Wat is rust? Wat is onrust? Wat is de geest? Dat zijn vragen die deze koan bij mij oproepen. Suzuki sprak ooit van de geest als grazende schapen in de wei. Hoe kun je schapen in alle rust laten grazen? Door de wei heel uitgestrekt te maken, de omheining moet groter gemaakt worden in plaats van kleiner. De omheining uitbreiden kan door mijn concepten, mijn verwachtingen en mijn beperktheid te zien. Hoe minder ik de werkelijkheid in concepten kan waarnemen, hoe groter de wei wordt.

Wat is het probleem van onrust? Wat is het probleem van slecht slapen? Wat is het probleem van ziek zijn? Alsof ziek zijn al niet vervelend genoeg is, wordt het extra naar wanneer gezond zijn de standaard in ons brein vormen. Onrust ervaren wordt vervelender wanneer je op rust rekent. Iemand vertelde me dat hij 30 jaar aan zen gedaan had, in de hoop waarheid en rust te vinden, om erachter te komen dat waarheid en rust niet permanent, eenduidig en onveranderlijk bestaan. Alleen vergankelijkheid is een permanent gegeven, verzuchtte hij. Zijn reactie was: 30 jaar voor niets gehoopt op rust. Maar, zei ik, hoe kijk je er nu tegenaan? Hij zei dat hij 30 jaar nodig had gehad om tot dit inzicht te komen. Geef de hoop op dat er permanente rust optreedt. En leef in de zekerheid dat de geest soms rustiger is dan op andere momenten. Geen probleem, er is altijd verandering.

De uitgangssituatie is dus permanente verandering. De sleutel in de koan is het inzicht van Eka dat hij zijn geest niet kan vinden en dat hij er geen vat of grip op heeft. De opmerking van Bodhidharma dat hij de geest van Eka dan tot rust gebracht heeft, brengt bij Eka inzicht. Het inzicht is: geen grip op de geest te krijgen, dit is vergeefse hoop en dit weten geeft rust. Mijn doel permanente rust te vinden, is een illusie. Ik moet het doen met wat er is. Kan ik me overgeven aan alles wat er in de geest is: onrust, rust, angst, verlangen.

En ook kan ik wat dingen doen om rustiger te worden: aandachtig zijn bij wat ik nu doe, zo min mogelijk haasten, elke dag een stil moment (kwestie van minuten), een ding tegelijk doen, sociale media in bloktijden (of niet meer doen). En zo vaak als je je herinnert dichtbij je buik leven.

Martin Myoki Pol