Bodhidharma – Oefening 1
Verhandeling over de viervoudige oefening door middel van de tweevoudige toegang
Oefening 1: Omarm berouw of verdraag onrecht
February 3, 2022
Teisho: Bodhidharma Oefening 1: Omarm berouw
Het omarmen van berouw betekent dat wanneer een beoefenaar van de weg lijden ontmoet, de beoefenaar denkt: gedurende ontelbare eonen heb ik de wortels die leiden naar de takken achterlatend, dwalend door verschillende zijnsvormen, onkenbaar veel gelegenheden veroorzaakt van frustratie en haat tegenover anderen. Ook al doe ik vandaag niets kwaads, toch oogst ik de vruchten van mijn handelen van het verleden. Noch goden, noch mensen kunnen voorspellen wanneer het karmisch fruit rijp is. Ik accepteer dit met een open geest en zonder frustratie of klachten. De soetra zegt: treed lijden tegemoet zonder wanhoop. Hoe is dit mogelijk? Dit komt omdat je inzicht grondig is. Wanneer je dit inzicht hebt, val je samen met het principe van de ware aard. Het meemaken van onrecht brengt je verder – dit wordt genoemd de oefening van het omarmen van berouw.
(Bodhidharma – de verhandeling over de viervoudige oefening door middel van tweevoudige toegang)
In zijn verhandeling presenteert Bodhidharma vier oefeningen om onze natuurlijke staat steeds op het spoor te komen. Zijn we vergeten wat onze ware natuur is, dan zijn hier de oefeningen: Omarm berouw of verdraag onrecht, pas je aan aan de omstandigheden, zoek niet en leef in overeenstemming met de dharma.
In de vorige cyclus de houding van zazen heb ik zonder aan de verhandeling van Bodhidharma te denken geprobeerd te beschrijven wat zenbeoefening vermag. Je kunt ook zeggen, wat ons op het zenpad te doen staat; iedere dag (meerdere keren). Talloze malen per dag verliezen we onze wortels [onze ware aard] uit het oog en handelen vanuit onze onbewuste groeven. En daar komen ongelukken van [ karmisch fruit].
Wat bedoelt Bodhidharma met de modern klinkende oefening omarm berouw? Eerst maar eens even stilstaan bij het begrip karma. Karma komt voort uit de boeddhistische gedachte over de aard van de werkelijkheid. Karma betekent letterlijk actie of handeling. Dit is een prettig neutrale betekenis. Meestal gebruiken wij karma als een verklaring voor iets onprettigs dat iemand anders overkomt. Je oogst wat je zaait. En in zekere zin klopt deze laatste (Bijbelse) uitspraak. Alleen kunnen wij niet weten hoe karma werkt. Iedereen die duidelijk maakt het wel te weten, wantrouw je bij voorkeur. Iedereen die een ziekte van iemand verklaart aan de hand van het begrip karma is een goochelaar.
Hoe is karma dan wel te duiden? De wereld bestaat uit beweging. Alles wat wij doen, wat onze voorouders deden en wat hun voorouders deden, heeft gevolgen die ver uitstrekken voorbij wat wij weten. Zonder te weten hoe dit in elkaar zit, het is een onontwarbare kluwen, is ons bestaan bepaald door karma. Dit te zien, is bevrijdend. Wat ons overkomt, is het resultaat van alle beweging voordat wij bestonden, en voor een beperkt gedeelte van onze acties in ons bestaan. Bodhidharma roept ons op wat er aan karmische zaken op ons pad komt, te accepteren met een open geest. Vooral de open geest is voor mij heel krachtig. Dus ook mijn moeite te accepteren wat mij overkomt, met een open geest accepteren.
De oefening is dus aanvaarden wat mij overkomt. Dit betekent niet dat ik alles wat mij overkomt goed vind. Het betekent dat ik ongeacht of ik blij ben of niet met wat mij overkomt, verwelkom wat gebeurt. Alles.
Realiseer je wat je de afgelopen dag overkomen is. En aanvaard dit geheel met een open geest. Alles wat gebeurt past in mijn leven. Ik hoef niets naar buiten te duwen, en niets naar binnen te trekken. Geen voorkeur hebben voor wat zich aandient, verwelkomen wat zich aandient en buigen naar wat zich aandient, is wat Bodhidharma het omarmen van berouw noemt. En zoals al wel duidelijk was, zo is het met al dit soort boeddhistische oefeningen, levenslang toepasbaar…
Martin Myoki Pol