Bodhidharma – De geest is reeds tot rust gebracht.

 Hui-k’o: meester, tot nu toe heb ik geen vrede in mijn bestaan gevonden. Kunt u mijn rusteloze gedachten niet tot rust brengen? 

Bodhidharma: breng je denken hier en ik zal het tot rust brengen. 

Hui-k’o: ik kan mijn denken niet vinden. 

Bodhidharma: je denken is reeds tot rust gebracht. 

Hui-k’o werd ter plekke verlicht. 

February 3, 2022

Teisho: De geest is reeds tot rust gebracht. 

 Hoe herkenbaar is de verzuchting van Hui-k’o. Als het al een verzuchting genoemd kan worden. Voor velen is het onstuitbare denken een worsteling, een oorlog met zichzelf en met de wereld. Onvrede met het eigen bestaan is de meeste mensen eigen. Als ik dit bereik, dan kan ik gerust zijn. We zoeken naar orde in de chaos, naar weten te midden van niets weten en uiteindelijk allemaal naar een paradijs op aarde. We zoeken naar een hemelse wereld waarin zorgen, pijn en lijden ons niet meer kwellen. Mocht je denken dat dit voor jou niet geldt: kijk nog eens goed. Het verlangen naar het paradijs komt in subtiele en minder subtiele vormen. Beoefening betekent steeds opnieuw alle vormen van verlangen te kennen. 

Hui-k’o associeerde zijn onrust met het niet vinden van vrede in het bestaan. Hij, en wij, redeneren graag in als-dan stijl. Als ik rust gevonden heb, kan ik gelukkig zijn. Als ik een relatie heb, dan kan ik gelukkig worden. Als ik deze carrière stap kan zetten, dan ben ik iemand. Als ik dit diploma gehaald heb, dan valt er een last van me af. We kennen het allemaal. Een relatie met iemand krijgen is één, gelukkig worden door deze relatie is iets heel anders. Een relatie is een verbinding waarin twee geesten één geest worden. Ga er maar aanstaan. Carrière stappen gaan meestal gepaard met een grotere verantwoordelijkheid. Carrière stappen zijn dus een bron van zorgen. Een diploma halen is natuurlijk geweldig, wat een inspanning. We weten allemaal dat het daarna pas begint. Het blijft in feite altijd zo dat er meer zaken die je niet weet dan dat er zaken zijn die je wel weet. Hoeveel diploma’s ook behaald, sta ik in feite altijd met lege handen. Leven wil dus zeggen: zorgen hebben. Net als leven wil zeggen honger (of in ons geval trek) hebben. 

Dat realiseerde Hui-k’o zich niet toen hij Bodhidharma smeekte zijn geest tot rust te brengen. Bodhidharma was als een slang die rustig wacht op zijn prooi. Oh, wil jij een rustige of zorgeloze geest? Ga je geest maar even halen. Dan spreken we verder. Een geweldige opdracht van Bodhidharma die verwarring sticht. Ehh, mijn geest halen. Ik moet eerst even zoeken waar de geest is. Oh, de geest is niet te vinden, want niet vast te pinnen. Niet te controleren of alleen met veel moeite. Toch? 

Zodra ik de geest wil temmen, bestaat er een onrustige geest. Zolang ik de geest de ruimte kan geven te doen wat hij kennelijk doen wil, is de geest tot rust gebracht. De geest de ruimte geven, is wat wij doen in zazen. Tenminste, wat we zouden kunnen doen terwijl we zazen doen. Meestal echter proberen we de geest ook in zazen te beperken. Nee, niet aan dat denken. Oh, nee deze kant wil ik niet op. Als ik aan dit denk, ben ik een slecht mens. Suzuki gebruikte de metafoor van een weide met een hek erom heen. Haal in zazen alle hekken die je om het denken, het voelen en de geest hebt gezet, weg. Geef alles wat verschijnt de ruimte die het kennelijk zoekt. Dus, laat je geest lekker grazen als een schaap, in een onbegrensde weide. Er is geen onrustige en geen rustige geest meer. 

Martin Myoki Pol