Berouw
Al het kwade karma, van oudsher door mij gedaan,
Door mijn beginloze begeerte, haat en onwetendheid,
Geboren uit mijn lichaam, mond en gedachten.
Voor dit alles toon ik nu mijn berouw.
(Het vers van berouw)
June 15, 2020
Teisho: Berouw
Leven vanuit vertrouwen betekent niet dat we niet meer tekortschieten. Overduidelijke of impliciete verwachtingen om door middel van zenmeditatie een beter leven of een betere versie van mezelf te krijgen, leiden tot de teleurstelling dat mediteren ook niet helpt. De zenweg gaan kan zelfs betekenen dat ik mezelf zwaarder ga tegenvallen. Het verlangen goed te doen kan zo sterk zijn, dat falen de enige optie is. En dat besef kan pijnlijk tegenvallen.
Daarom zijn spijt en berouw belangrijke begrippen, en is omgaan met falen, tekortschieten op het spirituele pad een belangrijk thema. Spijt slaat op mij. Spijt hebben van eigen beslissingen, spijt dat het anders liep dan je gewenst had. Berouw is gericht op de ander. Berouw hebben over je handelen, gaat altijd over gedrag dat schadelijk is gebleken voor anderen. Reb Anderson (leerling van Suzuki) heeft het in zijn boek being upright waarin hij de Jukai voorschriften onderzoekt, over spijt als constatering van het tekortschieten en berouw als het gevoel dat hieruit voortkomt.
Niet dat je altijd weet dat jouw handelen schade berokkent. Misschien weet je het vaker niet dan wel. Het vers van berouw reciteer je wanneer je Jukai doet. Jukai is een rituele ceremonie waarin een zenleerling de voorschriften aanneemt. Ook tijdens de Denkai ceremonie, een onderdeel van de shiho ceremonie (transmissie) speelt het vers van berouw een belangrijke rol. Blijkbaar is de gedachte van het vers dat ik met mijn handelen negatieve gevolgen sorteer. Van oudsher ook nog eens: mijn handelen is immers het resultaat van handelen van mijn ouders, voorouders, landgenoten. Schadelijk gedrag uit het verleden speelt een rol in mijn handelen nu. Heilzaam gedrag overigens ook. Wat maakt dat ik het kwade doe ondanks mijn verlangen het goede te doen? Mijn begeerte, haat en onwetendheid zonder einde. Zelfonderzoek leert mij steeds opnieuw dat mijn begeerte, haat en onwetendheid oneindig zijn. Heb ik de indruk dat het beter wordt, moet ik mijn zelfonderzoek opnieuw doen. En wat zie ik? Oneindige begeerte – een niet te stillen verlangen -, oneindige haat – ongeduld, snauwen, anderen de maat nemen, iemand dood wensen -, en een oneindige onwetendheid – niet zien dat ik afhankelijk ben, dat alles voortdurend verandert en dat ik lijden toevoeg door mijn optreden -.
Daar word ik niet vrolijk van, hoor ik dan vaak. Heb je nog iets leuks te vertellen? Iets positiefs? Het verrassende is echter dat als je doorziet hoe haat, begeerte en onwetendheid werken, je niet somber wordt ..ik niet..
Het is als de zin uit een lied van Alex Roeka: we zijn hier wanhopig, maar voor de rest gaat het goed.
Berouw heeft in veel oren een negatieve klank, en ook spijt is niet populair tegenwoordig. Je moet tenslotte zo leven dat je nergens spijt van hebt. Berouw verbinden wij aan religie, aan biechten of aan in het krijt staan. Berouw wordt doorgaans geassocieerd met schuld en straf.
Wat mij betreft heeft berouw dus niet de functie van moraalridder. Handelend vanuit vertrouwen gaat over het goede willen doen. En berouw gaat over de uitkomst van ons handelen. Ondanks mijn intenties is er altijd wat aan te merken op het resultaat van mijn handelen. En dat is niet anders. Omdat ik dit weet, hoef ik het niet persoonlijk te nemen, in de zin dat ik mezelf hoef te bestraffen. Ook ik en mijn handelen zijn het resultaat van ontelbare factoren. Daarom ook ben ik naast mijn gedrag medeverantwoordelijk voor allerlei gedrag dat slecht uitpakt. Dit wetende, neem ik mezelf steeds voor om het goede te doen, doe ik aan permanent zelfonderzoek en handel ik, hopend op het beste. En dan, vaker dan ik vroeger deed: sorry, had ik anders bedoeld. Ik probeer het de volgende keer weer goed te doen. Enzovoort…